Als jong meisje wist ik al wat ik later wilde worden: juf en mama. Ik zag mezelf echt voor de klas staan en maakte er mijn Grote Doel van. Ik kan me nog een moment herinneren op de havo, waarop ik het lastig had met alle verwachtingen die er van me waren. En als ik er dan even geen zin meer in had, in goed mijn best doen op school en voldoen aan verwachtingen van anderen, dacht ik aan alle kinderen die ik later zou gaan helpen in mijn eigen klas. Om dat te kunnen bereiken, moest ik nu even doorzetten.
In mijn examenjaar heb ik me afgevraagd of ik écht nog voor de klas wilde. Er waren inmiddels namelijk nog twee andere beroepen die me superleuk leken: visagiste en actrice. Naar de beauty- of toneelschool, dat zag ik mezelf ook echt wel doen!
Na een goed gesprek met mijn ouders - die natuurlijk het allerbeste met me voor hadden, laten we dat voorop stellen - heb ik uiteindelijk toch besloten om naar de pabo te gaan. Dit leek hen een betere basis en ik vond ook dat ze gelijk hadden. Daarbij: ik wilde altijd juf worden, dus nu moest ik ervoor gaan!
Op mijn zeventiende begon ik aan de lerarenopleiding. Ik voelde me al heel wat en dat mocht ook wel, want ik had al genoeg voor mijn kiezen gehad... Maar als ik nu terugkijk, was ik een broekie, een bang schaap, wat nog steeds keihard aan zichzelf voorbij ging en bleef knokken om anderen tevreden te stellen. Van alle kanten werd er aan me getrokken - thuis, op de hogeschool, op mijn stage, vanuit mijn sociale omgeving - en ik kreeg meer en meer het gevoel de controle over mezelf te verliezen. Ik was op. Doodmoe. Lusteloos. Onzeker.
De opleiding zelf ging me prima af: in een klas van ongeveer 25 meiden waren er twee die in één keer hun propedeuse haalden. Ik was er één van. Het eerste jaar was onwijs leuk en interessant en ik ben er fluitend doorheen gegaan.
De stages vielen me tegen. Mijn eerste stage was in een kleuterklas; laten we zeggen dat deze stageplaats en ik op alle fronten een mismatch waren. De tweede stage stond ik voor een groep zes, wat me gelukkig al veel beter beviel, maar waar ik toch elke week stiekem met buikpijn naartoe ging. Ik kreeg al die signalen, maar ik bleef het wegstoppen.
Het tweede jaar werd pittiger. Ik begon lessen te skippen, waardoor het leren me ook minder makkelijk afging, en daarbij merkte ik ook dat de lesstof steeds minder interessant voor me werd. Ook in dit jaar had ik twee verschillende stageplekken, waarbij ik in groep acht de tijd van mijn leven heb gehad, maar voor groep drie compleet vastliep.

Opdrachten die in werkelijkheid totaal niet uitvoerbaar bleken, een onrealistische tijdsplanning en weinig begrip vanuit de opleiding zorgden ervoor dat ik gefrustreerd raakte: vanuit de hogeschool waren er veel misplaatste verwachtingen richting de student. En ook tijdens mijn laatste stage bleef ik me onprettig voelen. Ik herinner me de buikpijn, de hoofdpijn en het gevoel op een plek te zijn waar ik helemaal niet wilde zijn. Aan het einde van een stagedag dacht ik 'oooh nee, over een week moet ik wéér!' Wederom heel veel signalen dat ik niet op de juiste plaats was, op de juiste tijd.
Op een gegeven moment trok ik het niet meer. Dit was niet hoe ik het voor me had gezien... Ik ben geen opgever en het kan zijn dat je er gewoon eventjes niet lekker in zit. Maar als je twee jaar lang aan het vechten bent tegen alles wat er is, jezelf een goed gevoel probeert aan te praten terwijl je stiekem weet dat je niet thuis hoort op de plek waar je bent, is het beter om te erkennen dat je een foute inschatting hebt gemaakt.
De afspraak met mijn ouders was dat ik wel een opleiding zou afronden. Er was nog weinig tijd voor het nieuwe studiejaar weer zou beginnen, dus heb ik overhaaste beslissingen gemaakt. 'Nee, DIE opleiding wil ik écht!' Hmm-hmm.
Het gevolg: drie voortijdig gestopte opleidingen, want Denise bleek nergens op haar plek te zijn. En waarom? Omdat ze luisterde naar anderen, in plaats van naar zichzelf.
Twee jaar later, tijdens mijn baantje als caissière in een supermarkt, in een woonplaats waar ik niet op mijn plek was, belandde ik in een burn-out. Ik weet niet of je dat weleens hebt
meegemaakt, maar het is niet fijn. Zacht uitgedrukt.
Ik was jong, een jaar of twintig, en ik was mezelf helemaal kwijt. Het moeilijkste aan zo'n burn-out is het gebrek aan begrip, zeker wanneer je jong bent: 'Je bent nog zo jong, je kunt nooit zo
moe zijn!' / 'Vergeleken met mij heb je vast nog niet zoveel meegemaakt.' / 'De jongeren van tegenwoordig kunnen niets meer hebben, alles wordt maar op een burn-out gegooid.' / 'Ik zou ook wel
willen stoppen met werken, maarja, hè...'
Zonder al te veel willen uitweiden over die periode, maar om het verhaal toch een beetje te schetsen: ik ben gestopt met werken. Vrijwillig, zonder uitkering. En ook dat was natuurlijk 'niet goed', want ik kreeg een hoop aannames naar mijn hoofd.
Heel eerlijk? Kon er ook nog wel bij. Ik had namelijk al het gevoel dat ik aan alle kanten gefaald had: richting mijn ouders, richting mijn toenmalige vriend, richting mijzelf. Maar dat laatste was natuurlijk het minst belangrijke, vond ik.
Het meest typische aan mijn burn-out vond ik dat ik er letterlijk niets meer bij kon hebben. Elke afspraak in mijn agenda was er een te veel. Of het nou een formele afspraak was of gewoon een gezellige, zoals een drankje doen met een vriendin: het idee dat er iets van me verwacht werd, dat ik MOEST, zorgde ervoor dat ik me nog ellendiger voelde. Ik kon écht niet meer.
Het heeft me een paar jaar geduurd om uit dat ellendige gevoel te klimmen. Ik was mezelf totaal kwijtgeraakt en had eigenlijk geen idee meer wie ik nou eigenlijk was en wat ik precies wilde. En de dingetjes die ik langzaamaan weer probeerde op te pakken: wilde ik die écht zelf, of deed ik het weer vanuit de verwachtingen van anderen?
Inmiddels was ik getrouwd en moeder geworden. Bewuste keuzes; keuzes waar ik zelf achter stond. En het heeft me een heel ander mens gemaakt. Mijn kleine mannetje heeft me een ander mens gemaakt: hij gaf me een reden om me 's ochtends aan te kleden en iets van mijn dag te maken. Zelfs toen ik het gevoel had al een tijdje uit die burn-out te zijn.
Er kwam een moment dat ik me begon te vervelen thuis en ik kreeg zin om weer wat te gaan doen. Ik herinner me dat ik tegen mijn toenmalige echtgenoot zei dat het een hobby mocht zijn of een baan, dat maakte me niet zoveel uit; als ik maar iets zou gaan doen waar ik gelukkig van werd. Niet weer achter de kassa omdat ik nou eenmaal geld moest verdienen, maar bezig zijn met iets wat bij me past en wat me nieuwe energie geeft. En toen kwam Oriflame op mijn pad.

Ik speelde al langere tijd met het idee om voor mezelf te gaan werken, maar goed, wat moest ik doen?! Voor Oriflame werkte ik als consulente, wat min of meer inhoudt dat je voor jezelf werkt. Ik vond het heerlijk om onder de mensen te zijn: ik kwam bij mensen thuis langs met een gigantische koffer vol make-up en huidverzorging en mocht ze de mooiste dingen leren. Ik organiseerde workshops, waarbij ik voornamelijk de visagieworkshops enorm leuk vond om te doen. En heel af en toe mocht ik iemand verblijden met een gezichtsbehandeling: even een momentje van ontspanning, maar dan aan haar eigen keukentafel.
Ik merkte dat ik behoefte had aan meer. Aan professionaliteit. Niks stomen met een afwasteil met kokend water aan een keukentafel; hoe mooi zou het zijn als ik dames mocht ontvangen in mijn eigen behandelstoel, in een professioneel ingerichte salon? En ja, daar is het idee begonnen om de opleiding tot schoonheidsspecialiste te volgen.
Op mijn 24e. Moeder van inmiddels twee kinderen, 'trotse' afhaakster van drie opleidingen. Ik hoor het mijn ex nog zeggen: 'Schoonheidsspecialiste? Ja, dat kán je gaan doen... Maar ga je deze opleiding wél afmaken dan?!'
Kijk mij nu eens. Ik heb tien jaar lang in een zoektocht gezeten naar mezelf. Ik ben gevallen, opgestaan, opnieuw gestruikeld, opnieuw opgestaan... En nog steeds val ik weleens, soms best hard ook, maar ik blijf opstaan. Omdat ik daarvan groei. Maar ik heb geleerd dat ik mijn evenwicht beter kan bewaren, wanneer ik naar mijn gevoel luister. Buikpijn? Is dat een goed teken, denk je? Ik denk het ook niet. Nee, ik dénk het niet, ik weet het zeker.
Tien jaar. En ik heb steeds meer het gevoel dat ik er weer ben. Ik ben eindelijk weer 'thuis', in Vianen. Ik heb twee geweldige, knappe, lieve, gezonde kinderen. Ik heb een ontzettend leuke (knappe, lieve, geweldige) vriend. En natuurlijk... Mijn eigen salon!
Ik heb destijds de opleiding afgerond en dus mijn diploma behaald. Ik heb een hoop aanvullende cursussen gedaan en dus veel certificaten mogen ontvangen. En dat, terwijl ik bijna dacht dat ik 'gewoon' geen opleiding kon afronden! Zo zie je maar.
Ik geloof erin dat dingen met een reden gebeuren. Ik heb mijn eerdere opleidingen niet afgerond, maar ik heb wel geleerd dat een carrière als leerkracht toch niet helemaal mijn ding is. Ondanks dat ik altijd dacht dat het mijn Grote Doel was.
Mijn ervaring met Oriflame was een eyeopener voor mij: ik word heel erg blij van het werken met mensen, zéker als ik ze lekker in de watten mag leggen en ze soms iets nieuws mag leren (ja, okee, dat stukje onderwijzen zit er nou eenmaal toch een beetje in!)
En ook die burn-out, die is niet voor niks geweest. Ik nam eindelijk de tijd om naar mezelf te luisteren en mijn grenzen te leren bewaken. Weliswaar geforceerd, maar ik dééd het. En nu, al die jaren later, word ik af en toe nog steeds gedwongen om terug te gaan naar mijn eigen gevoel, zodat ik mijn grenzen kan bewaken. En ik durf het aan te geven als ik overprikkeld ben - want hee, dat is echt niet iets om je voor te schamen! Sterker nog, ik ben erachter dat veel andere mensen het juist kunnen waarderen wanneer je er eerlijk over bent. Dan snappen ze het, wanneer je even uit een situatie wegloopt, omdat het te veel wordt. En anders snappen ze het maar niet.
Om nog even terug te komen op de dromen die ik had als zeventienjarig meisje: het lijkt me nog steeds héél erg leuk om wat met acteren te doen! Ik speel al een geruime tijd met het idee om me in te schrijven bij een castingbureau, maar ik merk aan mezelf dat er altijd wel een smoesje is om het NIET te doen. Niet goed genoeg, niet uniek genoeg, te lastig te combineren... Ik ben er nog niet helemaal achter wat nou precies hetgene is wat me tegenhoudt, maar als ik eerlijk ben denk ik dat ik het gewoon retespannend vind en mezelf onderschat. En dat mijn faalangst vaak de overhand heeft. Maar als dingen écht met een reden gebeuren, waar ik dus in geloof, komt ook dit hoofdstuk vanzelf wel op zijn pootjes terecht.
Liefs,
Denise
Reactie schrijven